-
1 enivrer
enivrer [ãnievree]1. v 2. s'enivrerv -
2 enchanter
-
3 enthousiasmer
enthousiasmer [ãtoezjaasmee]1 geestdriftig, enthousiast maken ⇒ verrukken, in vervoering brengenv -
4 ravir
ravir [raavier]〈 werkwoord〉♦voorbeelden:elle est belle à ravir • zij is beeldschoonun aigle qui ravit sa proie • een arend die zijn prooi wegrukt -
5 transporter
transporter [trãsportee]2 overbrengen ⇒ verplaatsen, overdragen5 meeslepen ⇒ in vervoering, in verrukking brengen♦voorbeelden:v1) vervoeren, transporteren2) verplaatsen3) overdragen4) meeslepen -
6 soûler
Перевод: с французского на все языки
со всех языков на французский- Со всех языков на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский